22 augustus 25

ZOMERTRIP # 3 – SART-TILMAN

Vrijdag 22 augustus 2025, zo rond 9 uur, verzamelen 7 dapperen op de parking van Westrand, klaar voor de derde zomertrip: Els, Martine DG, Marie-Ange, Mady, Peter, Guido en Sonja (dank aan de chauffeurs!).
Deze keer gaan we richting de Vurige Stede, Luik. Plaats van afspraak is de deskundig verborgen parking C op de universitaire campus van Sart-Tilman. We beginnen na de lange trip met een intense zoektocht naar de sanitaire accommodaties. Eens verlicht kunnen we starten aan onze teken- en schilderactiviteiten in de zonnige buitenlucht. Inspiratie vinden we in de beeldentuin, een uitgebreide verzameling beelden die de voorbije 50 jaar geplaatst werden op het uitgebreide domein van de universiteit. De getoonde werken stimuleren niet alleen de creativiteit maar ook het samenhorigheidsgevoel tussen kunstenaars en kunstwerken. Le Nanti (de welgestelde) van Mady Adrien mag rekenen op een schare vrouwelijke fans.
Onze dappere kleur-en-paletters verspreiden zich vervolgens over het terrein en gaan aan de slag met potlood, kwast en verf. Rond 13u15 verzamelen we aan de wagens en bewonderen we de vrucht van onze arbeid. Als steeds indrukwekkend.

De noeste arbeid stimuleert de honger. Tijd voor een lunch op naar naar resto ‘le Canotier’ in Neupré. We zijn al vrij laat en de garçon zit achter onze veren. Toch nog tijd voor een aperoke waarna we de filet de canette, beaux boulets à la Liégeoise, pavé de boeuf BBB en andere lekkernijen attaqueren.

Rond 15u30 zijn de magen gevuld en de rekening betaald. Op naar de laatste activiteit, een bezoek aan het Trinkhall museum, in het centrum van Luik. De parking voor het museum blijkt afgesloten. We belanden na wat rondjes draaien op de oprit naar de autostrade en geven er de brui aan. Terug naar Dilbeek. Guido, Mady, Els en Martine zijn blijkbaar wel binnen geraakt, merk ik aan de foto van de Luikse ballekes die in de Trinkhall te bewonderen zijn. het was voorwaar een dag met ballen.

Over naar helper voor aanvulling en afsluiter.


Inderdaad, ook na enkele rondjes rond het Park d’Avroy, toch kunnen parkeren in een zijstraatje. Onze frustratie en worsteling met het Luikse verkeersplan werd ruimschoots gecompenseerd met wat we in het museum te beleven kregen. Uiterst vriendelijke ontvangst, prachtige architectuur vol licht en een collectie van “fragiele” kunstwerken en kunstenaars. Brussel heeft ook een dergelijk museum: onaangenaam vertoeven en men noemt de kunst daar “Art Brut” … wat een verschil.
Na zoveel emotie en pracht kwam een koffie goed van pas voor we huiswaarts keerden.